woensdag 28 maart 2018

Olie en Ongemakkelijkheid


Olie en Ongemakkelijkheid.

foto internet

In de lente, als de natuur op zijn mooist is, en de tuin bijna volmaakt, ervaar ik het contrast tussen natuur en leed of onrecht het meest.  Het contrast kan haast niet groter zijn. En in het heldere licht is onrecht en leed op zijn lelijkst.
Dat is nie fijn. Ik wil de dakloze krantenverkoper bij de supermarkt niet zien. Ik probeer langs hem heen te kijken. Het lukt me niet natuurlijk, hij is slimmer dan ik. Uit ongemak geef ’m vijf euro. Dat maakt het er niet beter op, ik voel me nu nog ongemakkelijker! Waarom laat ik m niet gewoon in zijn waarde door een eerlijke prijs te betalen? Ik wil niet in een rol van weldoener geduwd worden, maar hoe meer ik dat niet wil hoe minder dat me lukt.. Ik wil dat dakloosheid niet bestaat! Het past niet bij een mooie wereld. Maar het is er wel en ik kan het niet oplossen.
Machteloosheid. Machteloosheid  is soms een moeilijke emotie om toe te laten. Ik vermoed  dat ik daarin niet de enige ben. Daarom roepen we “komt goed” als iemand pech heeft. Of we weten wel een oplossing.  Maar soms weet je gewoon dat iets niet meer goed komt.  En dat het onvermijdelijk is.
In een van de eerste vijf weken na  het begin van de lente word volgens traditie in de kerk het verhaal van de zalving met nardusolie gelezen. Een kruik met krankzinnig dure olie wordt boven iemand leeggegoten. Waarom? Ook dit verhaal gaat niet goed aflopen. Dat is onvermijdelijk en iedereen weet het.
(Even ter vergelijking: iemand als Martin Luther King wist heus wel dat hij beter een ander beroep kon nemen als hij oud wilde worden. Maar hij kon dat toch niet.)
De bijrol-spelers in dit verhaal willen er niet aan. Ze willen het niet zien of horen. Nu  kunnen we onze oren en ogen sluiten voor ongemakkelijkheid. Maar de reuk, een zintuig wat direct verbonden is met ons limbisch systeem, het deel van de hersenen waar emoties wonen, kunnen we niet zo gemakkelijk uitschakelen. Geur komt overal. Nardus is de geur van liefde en van rouw. Er is hier iemand die niet ontkend dat het niet goed gaat en die de anderen wakker wil schudden. Dat wordt haar niet in dank afgenomen, ze wordt aangevallen met rationalisaties en oplossingsgericht denken. (“Wat kost dat wel niet zo’n fles?”) (heel wat meer dan vijf euro.)
In dit verhaal krijgt mijn eigen ongemakkelijkheid een plaats. Ze  wordt be-noem-d in plaats van ontkent of weggeduwd. Ik vind dat mooi. Het neemt mijn ongemakkelijkheid niet helemaal weg maar maakt het wel beter hanteerbaar. Zodat ik er wat mee kan doen.
Tegelijk is dit verhaal een oproep en inspiratie. Een oproep om niet weg te lopen voor machteloosheid maar het in de ogen te kijken.  Om er bij te blijven met stilte en schijnbaar absurd nutteloos handelen.
En om eens  na te denken over de vraag: “Wanneer voelde ik me  machteloos of ongemakkelijk?”

donderdag 22 maart 2018

the Amish way

The Amish Way.






De groene aanslag verwijderen van je terras, hoe doe je dat? Op internet staan verschillende methoden.
Zout water gieten, (heb ik geprobeerd werkte niet).
Chloor.  Werkt vast heel goed maar is wel erg slecht voor de aarde en de plantjes. Daar wilde ik niet voor zwichten.
En natuurlijk een hoge druk spuit. Die werkt prima, ik zag het bij anderen. Maar ja, ik heb zo’n ding niet. Natuurlijk kan ik er een kopen maar dat is duur. En dan staat er dus weer een apparaat in de schuur. Daar zit ik ook niet op te wachten, die schuur is vol genoeg. Huren kan ook.  Dan moet je op een uitgezochte dag vroeg in de morgen naar een verhuurbedrijf rijden. En of je er dan zin in hebt of niet, je moet er die dag mee aan de slag.

Het kan ook anders. Los een stuk Marseille zeep op in warm water. Het beste doe je dat in een pannetje op het vuur. Schep twee handjes soda in een volle gieter en voeg een deel van de nu vloeibare Marseille zeep toe. Giet uit over je terras en wacht een uurtje. In de tussentijd drink je koffie (of je schrijft een blogje).

Daarna begint het echt werk. Tegel voor Tegel schrobben met een luiwagen. Het groen vliegt eraf. Na afloop zwiep je een paar emmers water over de tegels en veeg je water en aanslag weg.
Zwaar werkt maar ook leuk en je kweekt er spieren mee. Ik kreeg er in ieder geval een goed gevoel van en al met al was het maar een uurtje werk. Misschien een ouderwetse methode maar ach, de Amish leven ook zonder elektriciteit en chemie. En volgens diverse streekromannetjes zijn ze toch best gelukkig. Dan zal ik van een uurtje ouderwets poetsen toch zeker niet ongelukkig worden?

Mijn terras is weer als nieuw. Nog een klein poosje wachten en dan kunnen de bloempotten weer gevuld worden en mogen de tuinstoelen weer uit de schuur. Ik heb er zin in!




vrijdag 16 maart 2018

donderdag 8 maart 2018

Gemiste groenten







Al m’n hele leven koop ik graag groenten op de markt. Altijd bij dezelfde kraam van familiebedrijf Dekker. Als  jong meisje kwam ik daar al, met mijn moeder. De zoon van de eigenaar was toen nog een jonge gast, nu is hij zelf bedrijfsleider en zit  zijn zoon ook alweer in de zaak. Natuurlijk veranderde er in de loop der jaren wel wat. In plaats van gezellig met z’n allen naast elkaar staan voor de kraam en de groenten keuren totdat je aan de beurt was, kwam er zelfbediening. Er kwamen verse kruiden in het assortiment. Op de kraam zelf verschenen reclame leuzen. Maar wat bleef was het enthousiasme van de medewerkers. Ze hebben lol in hun werk en ze houden van hun product, dat merk  je. En dit is één van de redenen dat ik er zo graag kwam en kom.

Maar één ding miste ik bij alle veranderingen. En dat was het bij afslag verkopen van de groenten bij het scheiden van de markt. Wel zag ik soms mensen onderhandelen over volle kisten met groente of fruit. Dat was, dacht ik, voor een voedselbank of vereniging. Zelf ben ik daar niet zo goed in.  
Tot vorige  week. Ineens zag ik op de hoek van de kraam een bouwsel van kratten en planken verschijnen. Zou het?  Jawel! Het was weer als vanouds. En het voelde zoooo goed! De spanning van ‘wanneer sla ik toe?’ Twee dozen druiven voor een euro? Of nog even wachten tot het er drie worden? Met het risico dat ik dan ‘achter het net vis’, omdat ze op zijn natuurlijk.

Ach, het gaat me  niet eens om zuinig zijn. Al bespaar je echt wel wat op deze manier. Nee, het is vooral het gevoel van overvloed dat ik er van krijg. Dat je met voedsel wat anders misschien weggegooid moet worden lekker royaal kunt zijn. Voor een paar euro een tas vol groenten en fruit, daar kun je wat mee. Iedereen in huis krijgt dagenlang een bakje fruit voor z’n neus. Ik eet peer op de boterham.  En de buurman krijgt ook wat, want het mag op. Wat dan nog overblijft is voor smoothy’s. Voor de halve doos venkel, (gedeeld met een andere koper, zo spreek je nog eens een onbekende) verzin ik een creatief recept.En we eten nu veel vaker soep tussendoor, want die twee kilo tomaten voor een euro mogen niet bederven tenslotte.

Mijn gemiste groenten zijn terug! Ik ben er blij van geworden!